De traditionele afsluiting van het klassieke wielerseizoen is natuurlijk de Grootste Aller Herfstprijzen, ook wel de Grootste Herfstprijs genoemd. Een gemêleerd gezelschap was uitgenodigd om aan dit spektakel mee te doen. Helaas moesten al snel enkele afmeldingen worden genoteerd: blessureleed, de hardloopsport en kinderen bleken roet in het eten te gooien. Op de valreep moest daar nog aan worden toegevoegd: een kater ten gevolge van een overmaat aan inname van alcoholische versnaperingen.
Zo bleef er uiteindelijk een zeer select gezelschap over. Vier renners die alle stormen wisten te doorstaan en dit talentvolle kwartet toog in alle vroegte richting Oudenaarde. Bij vertrek was er zonneschijn, voorbij Rotterdam kwamen we in dichte mist maar bij aankomst in Oudenaarde scheen de zon weer volop en liep de temperatuur op naar een graad of 18. De vier favorieten gingen derhalve zomers gekleed op weg voor een tocht van een kilometer of 100.
De eerste hindernis doemde reeds na vijf kilometer op: de legendarische Koppenberg. Wegens te zwaar voor de profs zat deze puist het afgelopen jaar niet in de Ronde van Vlaanderen maar de organisatie van de Grootste Aller Herfstprijzen kon dit buitenkansje niet laten liggen. Halverwege de klim bleek een extra facet aan de moeilijkheidsgraad te zijn toegevoegd: de keien leken weliswaar opnieuw gelegd maar de Vlaamse wegwerkers hadden er vervolgens een aantal vrachtwagenladingen vol met "gruis" overheen gestort waardoor de renners door een soort zandbak moesten fietsen. De favorieten Sindar en Gert sloegen een gaatje met de debutanten Xander en Niek. De eerste twee konden in het zadel blijven zitten en kwamen fietsend boven, Xander en Niek schijnen de voetjes aan de grond gehad te hebben. Ondanks een knappe derde en vierde plek was de eerste kennismaking met Vlaamse heuvels en bijbehorende kasseien de heren zwaar gevallen en vol angst en beven werd de wedstrijd vervolgd.
En de koers ging verder; de volgende hindernis was de Steenbeekdries. Steenbeekdries is oudvlaams voor: "brede weg van een kilometer of twee met enkele haakse bochten die flauw omhoog loopt en ook nog eens over de kasseien voert." Sindar was opnieuw de sterkste met Gert op gepaste afstand. Xander en Niek trilden bijna van de fiets maar kwamen op pure wilskracht boven en zo mochten we met zijn allen gaan genieten van een afdaling over de kasseien. We staken het spoor over en probeerden af te snijden naar de Eikenberg. Dit mislukte enigszins; er werd wel een berg beklommen maar dit was het kleine broertje van voornoemde Eikenberg. De dookomst was wederom S-G-X-N.
Toen werd het even wat rustiger; over een grote geasfalteerde weg gingen we richting Brakel. Na een paar kilometer volgde een afslag en kregen we Foreest en daarna Leberg voor de kiezen. Sander en Gert vochten mooie duels uit en beide heren mochten eenmaal winnen. Xander werd derde maar de afstand tot de twee toppers werd kleiner en kleiner. Ook Niek kwam in zijn ritme en optimistisch gingen we op weg naar de lunspauze. Er lagen echter nog twee uitdagingen op ons te wachten; eerst een geweldige kasseistrook waarop Sindar en Gert een gapend gat sloegen met de concurrentie die bovendien ook nog verkeerd reed. Daarna de geasfalteerde klim Berendries waar Gert één van zijn spaarzame zeges boekte. Hierop volgde een afdaling waar we de toegestane maximumsnelheid overschreden en vervolgens zette Niek vlak voor Brakel eenmaal aan op een omhooglopend stukje weg maar scoorde helaas geen officiële punten.
Na de cola en de boterham was het zo snel mogelijk naar het keerpunt in Geraardsbergen; kopman Sindar reed lek maar zijn mecaniciens hadden binnen vijf minuten het probleem verholpen. Gert sleurde aan de kop in een poging de anderen reeds voor de Muur te slopen. Dat lukte niet, integendeel: bij het binnenrijden van Geraardsbergen schoof Niek naar voren en won met overmacht de sprint op de Brug voor De Muur. Helaas voor Niek leverde ook dit kunststukje geen punten op. We reden verder, de winkelstraat in. Zaterdagmiddag, druk druk druk, Sindar aan kop en hij schoot net voor een auto van rechts langs. Gert en Niek botsten bijna op elkaar en ook Xander moest vol in de remmen. Sindar was gevlogen, maar de achtervolging werd ingezet door een ontketende Gert. Het gat van twintig meter bleef echter in stand en toen de echte beklimming begon werd het gat zelfs nog wat groter; zo groot dat het Sindar net lukte om eenmaal bovengekomen de fotocamera in de aanslag te nemen en Gerts aankomst vast te leggen op de gevoelige digitale plaat. Ook de andere matadoren kwamen fietsend boven en er is geen bewijsmateriaal waarmee kan worden aangetoond dat er op de steilere stukken gewandeld is. Niek was terecht zeer tevreden met zijn prestatie en vierde dit met een welverdiende sigaret.
Met de overwinning op de Muur was ook meteen de Grootste Herfstprijs vergeven. Sindar sluit het seizoen af met een fraaie overwinning en wist de sporen van de nederlaag op de Giau met verve uit. Sindar, gefeliciteerd!
De terugweg naar Oudenaarde verliep gesmeerd. De zon bleef maar schijnen, Xander zette zich zo nu en dan op kop en gaf hiermee nogmaals aan dat we volgend seizoen serieus rekening met hem moeten gaan houden. Niek kreeg last van de hongerklap maar precies op die plek bleek een bakkerszaak gevestigd zodat er muffins en andere voedzame waren konden worden ingeslagen.
De beklimminkjes op de terugweg stelden niks voor en door een iets te rigoureuze koerswijziging werd ook de fameuze Wolvenberg gemist zodat we op het gemak Oudenaarde binnenpeddelden. De Grootste Aller Herfstprijzen bleek uiteindelijk niet langer dan een krappe 90 kilometer maar desondanks was het rond half zes voordat we bij het omkleden onze blote rennersbillen aan de toegestroomde Vlaamse wielerfans konden tonen.
Na gedane arbeid is het goed rusten. Vlaamse pilzen werden afgewisseld met rauwe biefstuk en in de auto op de terugweg konden we live getuige zijn van een zeldzame uit-nederlaag van De Graafschap.
Heren wielrenners en ook de weergoden, hartelijk dank voor alweer een hoogtepunt in ons wielerleven. Pak je rust tijdens de winterstop en in 2008 dan staan we er weer.