23 maart 2009

Eureka!

Afgelopen weekend zocht ik voor een eerste maal serieus fietsend het platteland van Maryland op, in het gezelschap van een paar Britten en een Amerikaan. De heren waren goed voorbereid qua hardware. Textieltechnisch viel er nog het e.e.a. te verbeteren. De drie mannen dachten het weer te kunnen trotseren in korte broek en zonder handschoenen. Die laatste fout maakte ik ook, met als gevolg een tiental gevoelloze vingers na nog geen vijf kilometer fietsen. De temperatuur kwam zo rond zeven uur ´s ochtends nog niet boven de 30 graden. Fahrenheit.
Een tweede opvallend feit was dat het platteland rondom Washington niet plat is. Nergens. Dit gecombineerd met het feit dat dit m´n eerste echte trainingsrit was, maakte dat het een zwaar tochtje werd. Temeer daar twee van de drie fietsmaten deze winter de fiets niet áf waren geweest. Eén voordeel: bij vrieskou merk je een stuk minder van verzuurde benen. Vreemde sensatie is dat je je benen niet voelt, maar dat je toch niet omhoog komt.

Enfin, dit alles rechtvaardigt nog geen verslag op de DDODG. Er is echter belangrijk nieuws te melden. Zeer belangrijk. Sinds de ontdekking van het licht door Archimedes, de precieze omvang van het getal pi door Pythagoras en de uitvinding van het gesneden brood, is geen ontdekking meer gedaan die zo veel invloed zal hebben op zo veel levens. De door mij dit weekend ontdekte theorie zal het debat tussen hardlopers (doodlopers) en wielrenners voor altijd in het voordeel van de laatsten beslissen. En net als Einstein in zijn bad, speelde ook bij mij het toeval een grote rol. Maar je moet het wel zien, zou J. Cruijff zeggen.

Het toeval wilde dat ik op mijn telefoon een zogenaamde stappenteller heb zitten. En dat ik deze telefoon bij mij stak voor de trainingsrit op de racefiets. Aan het eind van de 67 kilometer lange trainingsrit keek ik toevallig naar deze stappenteller. Deze gaf voor de dag, die ik was begonnen op de fiets, 16 kilometer aan. M.a.w. 67 fietskilometers staan gelijk aan 16 hardloopkilometers. Omgerekend naar de marathon betekent dit dat deze gelijk staat aan 176 kilometer fietsen. Door ons diverse malen met succes volbrachte monstertochten als LBL (zie elders op DDODG), zijn dus stuk voor stuk zwaarder dan een marathon. En u weet allen dat professionele marathonlopers maar een paar van die wedstrijdjes per jaar kunnen lopen.

Deze ontdekking, die ik voor het gemak maar de Wet van Beuk noem, laat zich in wetenschappelijke termen lezen als: F (km) = L (km) / 0,238805970149253731343283582089. Wielrennen (F) is derhalve ruim 4 x zo zwaar als hardlopen (L), waarmee in een klap verklaard is waarom hardlopers altijd van die zielige types zijn waarvan het lijkt alsof ze moeten poepen - of dat daadwerkelijk doen. Binnenkort zal professor Roelio Navilla van de Universiteit van Utrecht worden gevraagd een aantal proefpersonen uit te rusten met fiets en stappenteller en een controlegroep met hardloopschoenen en fietskilometerteller om zodoende de theorie robuuster te maken tot 35 cijfers achter de komma. Tot die tijd mag u, beste wielerliefhebber, in discussies met collega´s en familie gerust gebruik maken van de Wet van Beuk. Het zal uw leven een stuk gemakkelijker maken.

1 opmerking:

Schumelbarts zei

nog even over poepende hardlopers:

http://www.vpro.nl/programma/hollandsport/afleveringen/18850289/items/19546072/media/19546820/