Na een korte afdaling volgde de Aubisque. Terwijl de Tour doorgaans de andere kant beklimt vervolgde het rennersechtpaar hun weg over een matig geasfalteerd en alleen daardoor al geaccidenteerd parcours. Eenmaal boven de boomgrens was er wind, eindeloze harde wind. Kov werd eenmaal bijna een halve meter naar rechts gekieperd, ongeveer op de plek waar de Pontiac van Wim van Est ligt. Bovenop waren de verschillen klein, Zwieno had een minuutje over. Kova durfde het aan af te stappen. Dat leidde er toe dat haar fiets (lichtgewicht Bianchi) wegwaaide. Daarna vloog haar windjackje na het pakken over de rand van de afgrond. Gelukkig tegen een steen zodat ze geen kou hoefde lijden in de afdaling.
Vanaf de voet van Hautacam moest kova Zwieno laten gaan. Dit was te veel. Zwieno leek een kopie van Riis 96. Al reed Riis dan buitenblad en schakelde Zwieno toch maar weer de 30x25. En na 5 km klimmen was het water ook nog eens op met een eindeloze dorst als gevolg. Zwieno werd vervloekt: de leugenaar, de charlatan. Wat was dit voor col. Had hij niet gezegd dat de klim ongeveer zoiets zou zijn als de Tourmalet. Op papier lijkt dat ook zo, maar het profiel is meer: Eyserbosweg, stukje vals plat, Keutenberg, stukje vals plat en dat dan 16 km achter elkaar. Afzien dus met een 32 punts A. Zwoegend bleek Zwieno op de top 7 minuten gepakt te hebben. Genoeg voor een leidende positie en voor een terugkeer naar de echtelijke verhoudingen. Kov en kova gooiden bij het barretje ieder een blik cola in 5 sec naar binnen. De barman van dienst keek erg verbaasd om na een minuut nog eens dezelfde bestelling op te mogen nemen, en die was ook zo op.
Na een snelle afdaling restte over 2 dagen nog een laatste etappe in de Pyreneeen. De klim naar Pla d'Adet. Wie zou zich opvolger mogen noemen van van Impe, Armstrong en Hincapie? Wordt vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten