Alexander "Spinazie" Zwienokourov
Popeye "Snickers" the Sailorman
Robert Millar fietste in de seizoenen 1986 en 1987 voor het Nederlandse Panasonic. Net als de ons bekende Achterhoekse klepper G. Schumelbarts. Millar was inmiddels een bekend en gerespecteerd renner, die het zelfs Lemond en Hinault moeilijk maakte in het Franse hooggebergte. Eenmaal mocht hij zelfs de bolletjestrui mee naar Schotland nemen. Dit deed hij overigens niet in dienst van genoemde tv-fabriek.
Gerrie Schumelbarts reed in die dagen voor de opleidingsploeg van Peter Post en werd door Peter Winnen al aangemerkt als zijn opvolger (zie elders op DDODG). Vanwege dit al op jonge leeftijd ontbolsterende talent trainde Schumelbarts, daarom soms ook wel Winnenbarts genoemd, regelmatig met de professionals mee. Kenners zeggen dat hij hier de basis heeft gelegd voor zijn latere successen.
Tijdens een trainingsstage in de Dolomieten deelden Schumelbarts en Millar een hotelkamer. Na een aantal dagen van flink trainen waren de heren zo uitgeput dat al vroeg de slaapkamer werd opgezocht. E. Beukink en J. van de Velde, die ook mee waren op deze hoogtestage, sliepen in een belendend vertrek. DDODG vroeg Beukink naar zijn herinneringen aan die avond.
- Millar was altijd een stille. Hij liet vooral zijn benen spreken. Die avond kwam er echter veel geluid uit zijn slaapkamer, die hij deelde met een van de jonkies.
Wie was die andere renner?
- Ik dacht die rooie.
Peter Winnen?
- Nee, dat klimmertje met die dikke sprintersbenen en dat lange haar. Engelhaar of zoiets.
Kan dat Schumelbarts zijn geweest?
- Ja, inderdaad, Schumelbarts. Goed fietsertje. Ook uit de Achterhoek trouwens. Koos later voor de wetenschap. Jammer. Had een grote kunnen worden.
Wat gebeurde er die avond?
- Ik weet nog dat ik, ondanks mijn vermoeidheid, de slaap niet kon vatten vanwege aanhoudend gepraat in de kamer naast ons. Ik vond dat vreemd omdat die Schot eigenlijk nooit wat zei, en de jonkies meestal hun mond niet opendeden als ze met ons mee waren. Ik ben op een gegeven moment dus naar hen gaan luisteren.
Waar spraken ze over?
- Precies weet ik het niet meer. Ik dacht dat vooral die Schumelbarts aan het woord was. Eén woord schiet me nu te binnen. Peitsman. Dat woord, of deze naam, kwam in elke zin voor. Als een mantra. Ja, ook uit de mond van Millar. Ik weet nog dat ik dat heel vreemd vond.
DDODG vond dit ook heel vreemd en is verder in deze materie gedoken. Mogelijk ligt hier de verklaring voor het mysterie Millar. De prestatiecurve van Millar laat immers een vreemde knik zien na zijn tweede seizoen in Nederlandse dienst. Wel beschouwd omgekeerd evenredig aan de groei van zijn haar. Wie of wat is deze Peitsman?
De hiernaast afgebeelde foto geeft een deel van het antwoord. Het gaat hier om Prins Cor, de bonkige leider van de Achterhoekse sekte de Umdraeyers. Naar het schijnt heeft de jonge Schumelbarts de wat labiele Schot overgehaald tot de zelfde sekte toe te treden. Dat Schumelbarts idolaat was van deze Peitsman staat onomstotelijk vast. Bij een illegale huiszoeking zijn tientallen plaatjes van hem aangetroffen. Op sommige afbeeldingen draagt de dan al licht kalende Peitsman niet meer dan een wit broekje en een blauwwit gestreept shirtje! Ook in diverse internetpublicaties en transcripts van telefoongesprekken van Schumelbarts wemelt het van de lettercombinatie P.E.I.T.S.M.A.N. Wat er allemaal in die Italiaanse hotelkamer is gebeurd is niet meer te reconstrueren. Vast staat echter wel dat de bovenkamer van Millar op dat moment danig in de war is geschopt door de jeugdige spraakwaterval.
Robert Millar moest daarom volgens DDODG niet gezocht worden in de Schotse hooglanden of achter de schuilnaam Phillipa York. Wij volgden het door ons ontdekte spoor en troffen hem aan in de Achterhoekse hoofdstad Leutekom. Hij leidt daar een anoniem bestaan als parttime terreinknecht van SV De Wrange en slijt de rest van zijn tijd als discipel van de Grote Cor.
En zo heeft DDODG weer een wielerlegende naar het land der fabelen geholpen.