Alexander "Spinazie" Zwienokourov
Popeye "Snickers" the Sailorman

Het wielerblogjaar 2008 zal de geschiedenis ingaan als het ‘Jaar van de Gladiolen’. Na een jarenlang anoniem bestaan in de marge van de wielerjournalistiek ontpopte De Dood Of De Gladiolen zich dit jaar tot een gierende schuddebuiker. Rijk geïllustreerd met authentiek beeldmateriaal. Hoe deze wending plaatsvond kunt u lezen in de 1ste uitgave van de Wielerjaarblog 2008-2009. 
Verder blijkt dat A. zich bedient van derde generatie stembusfraude. “Eenvoudig te zien”, aldus Schumel; “dat paarse haar krijg je niet vanzelf”. Exit A. zo lijkt het. Hoewel A. eerder is teruggekomen van een schier onmogelijke achterstand na een periode van ernstig blessureleed.
Over de succesvolle, doch mysterieuze, Schotse wielrenner Robert Millar doen al jaren ongelooflijke verhalen de ronde. Diverse wielersites maken melding van een sexeverandering van deze succesvolle klimmer. Hij zou als Phillipa York zijn dagen in een anoniem Schots dorpje slijten. Gelijk het Monster van Loch Ness circuleren slechts vage foto's en legendarische vertellingen. Het lange haar dat zijn handelsmerk was tijdens zijn carrière wordt daarbij als overtuigend bewijs aangevoerd. De trouwe volgers van DDODG weten echter dat de beste wielrenners zich tooien met wapperende manen en dat dat niets zegt over de hoogte van de testosteronspiegel van de persoon in kwestie. Kortom, we gunnen de Schotten hun fabel en Robert Millar zijn rust.Robert Millar fietste in de seizoenen 1986 en 1987 voor het Nederlandse Panasonic. Net als de ons bekende Achterhoekse klepper G. Schumelbarts. Millar was inmiddels een bekend en gerespecteerd renner, die het zelfs Lemond en Hinault moeilijk maakte in het Franse hooggebergte. Eenmaal mocht hij zelfs de bolletjestrui mee naar Schotland nemen. Dit deed hij overigens niet in dienst van genoemde tv-fabriek.
Gerrie Schumelbarts reed in die dagen voor de opleidingsploeg van Peter Post en werd door Peter Winnen al aangemerkt als zijn opvolger (zie elders op DDODG). Vanwege dit al op jonge leeftijd ontbolsterende talent trainde Schumelbarts, daarom soms ook wel Winnenbarts genoemd, regelmatig met de professionals mee. Kenners zeggen dat hij hier de basis heeft gelegd voor zijn latere successen. 
Tijdens een trainingsstage in de Dolomieten deelden Schumelbarts en Millar een hotelkamer. Na een aantal dagen van flink trainen waren de heren zo uitgeput dat al vroeg de slaapkamer werd opgezocht. E. Beukink en J. van de Velde, die ook mee waren op deze hoogtestage, sliepen in een belendend vertrek. DDODG vroeg Beukink naar zijn herinneringen aan die avond.
- Millar was altijd een stille. Hij liet vooral zijn benen spreken. Die avond kwam er echter veel geluid uit zijn slaapkamer, die hij deelde met een van de jonkies.
Wie was die andere renner?
- Ik dacht die rooie.
Peter Winnen?
- Nee, dat klimmertje met die dikke sprintersbenen en dat lange haar. Engelhaar of zoiets.
Kan dat Schumelbarts zijn geweest?
- Ja, inderdaad, Schumelbarts. Goed fietsertje. Ook uit de Achterhoek trouwens. Koos later voor de wetenschap. Jammer. Had een grote kunnen worden.
Wat gebeurde er die avond?
- Ik weet nog dat ik, ondanks mijn vermoeidheid, de slaap niet kon vatten vanwege aanhoudend gepraat in de kamer naast ons. Ik vond dat vreemd omdat die Schot eigenlijk nooit wat zei, en de jonkies meestal hun mond niet opendeden als ze met ons mee waren. Ik ben op een gegeven moment dus naar hen gaan luisteren.
Waar spraken ze over?
- Precies weet ik het niet meer. Ik dacht dat vooral die Schumelbarts aan het woord was. Eén woord schiet me nu te binnen. Peitsman. Dat woord, of deze naam, kwam in elke zin voor. Als een mantra. Ja, ook uit de mond van Millar. Ik weet nog dat ik dat heel vreemd vond.
DDODG vond dit ook heel vreemd en is verder in deze materie gedoken. Mogelijk ligt hier de verklaring voor het mysterie Millar. De prestatiecurve van Millar laat immers een vreemde knik zien na zijn tweede seizoen in Nederlandse dienst. Wel beschouwd omgekeerd evenredig aan de groei van zijn haar. Wie of wat is deze Peitsman?
De hiernaast afgebeelde foto geeft een deel van het antwoord. Het gaat hier om Prins Cor, de bonkige leider van de Achterhoekse sekte de Umdraeyers. Naar het schijnt heeft de jonge Schumelbarts de wat labiele Schot overgehaald tot de zelfde sekte toe te treden. Dat Schumelbarts idolaat was van deze Peitsman staat onomstotelijk vast. Bij een illegale huiszoeking zijn tientallen plaatjes van hem aangetroffen. Op sommige afbeeldingen draagt de dan al licht kalende Peitsman niet meer dan een wit broekje en een blauwwit gestreept shirtje! Ook in diverse internetpublicaties en transcripts van telefoongesprekken van Schumelbarts wemelt het van de lettercombinatie P.E.I.T.S.M.A.N. Wat er allemaal in die Italiaanse hotelkamer is gebeurd is niet meer te reconstrueren. Vast staat echter wel dat de bovenkamer van Millar op dat moment danig in de war is geschopt door de jeugdige spraakwaterval.
Robert Millar moest daarom volgens DDODG niet gezocht worden in de Schotse hooglanden of achter de schuilnaam Phillipa York. Wij volgden het door ons ontdekte spoor en troffen hem aan in de Achterhoekse hoofdstad Leutekom. Hij leidt daar een anoniem bestaan als parttime terreinknecht van SV De Wrange en slijt de rest van zijn tijd als discipel van de Grote Cor.
En zo heeft DDODG weer een wielerlegende naar het land der fabelen geholpen.
“Misschien begon ik iets te vaak over de grootmoeder van Van Hooydonck. Maar met mijn werkwijze heb ik blijkbaar ook veel mensen een plezier gedaan. Ik schilderde hoe Zabel is opgegroeid in Oost-Berlijn. In een wijk, bestaande uit een pure betonmassa, waar voor niemand enige hoop gloorde. Ik vertelde over Raoul Alcalá dat hij als tienjarige van huis was weggelopen, uit een Drentse sloppenwijk, en dat hij in lege goederenwagons door het land trok. En dat hij in de Emmerdennen sliep, tussen Ellert en Brammert in. Ik probeerde zo coureurs meer kleur te geven. Maar Raoul kon ook wel fietsen, hoor. Meestal kwam hij als eerste boven. Denk maar aan de Geulhemmerberg, Bemelerberg, Loorberg, Camerig, Fromberg en Keutenberg. Maar ook op Alpenreuzen als de Sarenne, Telegraphe, Galibier en op de Alp d’Huez zelfs in recordtijd. Misschien was hij wel iets te lief voor de anderen. Op heuveltjes als de Vaalserberg, Eyserbosweg, Cauberg, Les Deux Alp of Ornon liet hij soms de ene winnen dan weer de andere. Niemand moet zich voor zijn palmares hoeven schamen, dacht hij dan. Zo'n jongen verdiende het om een keer vaker in de schijnwerpers te staan.”


Terwijl de hele wereld de oren laat hangen naar de grote mond van Lance Armstrong maakte de oude Raoul Alcalá vorige maand stilletjes zijn comeback in de Vuelta a Chihuahua. “Het is kwestie van mentaliteit,” zo verklaarde hij. In het shirt van de Mexicaanse ploeg Rica Berger fietste hij moeiteloos mee in het wiel van de latere winnaar Francisco Mancebo. "Ik ben zeer dankbaar voor de staat regering, voor de gelegenheid die zij heeft gegeven me terug en het is een eer voor het uitvoeren van een team Chihuahua, zal een sterke race en zeer moeilijk, maar kaste trekken door Mexico," aldus de 44-jarige Mexicaan op Google Translate. Alcalá, die nog vóór het tijdperk van 'het oude wielrennen' als enige bestand bleek tegen een infuus bedorven Intralipid, riep al zijn oude fans op om naar dedoodofdegladiolen te surfen en daar een stem uit te brengen: “Ik weet heb de ronde uitgereden niet helemaal heb ik toch wel verdienen ik denk wieleraar van het jaar.”

us in a grueling Alpe d'Huez stage, labelled Schumelbarts his successor when pushed for a name in 1992. When Peter Winnen asked Schumelbarts for an autograph, just several years ago when the latter was the most popular sportsman of his country, Gert did not hesitate and offered the old climber a fotograph and some kind words. Winnen told our reporter back then that "Schumelbarts is the best the sport has seen since Geddy Merckxelbarts hung his bike in the willows".
ot stop once asked for Schumelbarts' qualities. "This man is the best thing that has happened to me. Gert motivated me to intensify my training and get the maximum out of my limited talents. He taught me to never give up, even after throwing up. A remarkable man, a pearl for the sport". Beuk is being too modest here. Schumelbarts allowed him to excel in minor races, picking up the big ones himself, but Beuk still had to defeat stiff competition. The same competition that is now trying to steal this season's crown from its legitimate owner.