09 november 2008

Jean haalt herinneringen op

“Misschien begon ik iets te vaak over de grootmoeder van Van Hooydonck. Maar met mijn werkwijze heb ik blijkbaar ook veel mensen een plezier gedaan. Ik schilderde hoe Zabel is opgegroeid in Oost-Berlijn. In een wijk, bestaande uit een pure betonmassa, waar voor niemand enige hoop gloorde. Ik vertelde over Raoul Alcalá dat hij als tienjarige van huis was weggelopen, uit een Drentse sloppenwijk, en dat hij in lege goederenwagons door het land trok. En dat hij in de Emmerdennen sliep, tussen Ellert en Brammert in. Ik probeerde zo coureurs meer kleur te geven. Maar Raoul kon ook wel fietsen, hoor. Meestal kwam hij als eerste boven. Denk maar aan de Geulhemmerberg, Bemelerberg, Loorberg, Camerig, Fromberg en Keutenberg. Maar ook op Alpenreuzen als de Sarenne, Telegraphe, Galibier en op de Alp d’Huez zelfs in recordtijd. Misschien was hij wel iets te lief voor de anderen. Op heuveltjes als de Vaalserberg, Eyserbosweg, Cauberg, Les Deux Alp of Ornon liet hij soms de ene winnen dan weer de andere. Niemand moet zich voor zijn palmares hoeven schamen, dacht hij dan. Zo'n jongen verdiende het om een keer vaker in de schijnwerpers te staan.”

Geen opmerkingen: