30 augustus 2009

La Vuelta 2009

















De kopgroep raast richting Grolloo. V.l.n.r. de fietsen van Tom Leezer (Rabobank), Francisco Jose Martinez Perez (Andalucia- Cajasur), Lieuwe Westra (Vacansoleil), Dominik Roels (Milram) en Rollulus Rouloul (Dedoodofdegladiolen).

14 augustus 2009

14 augustus Gladiolen dag

Bron: scheurkalender de Muur

10 augustus 2009

Rumör rond WK

Nederland staat er gekleurd op. Voor het eerst sinds Theo Middelkamp mogen slechts 6 rijders aan de start verschijnen in plaats van de gebruikelijke 9.
Zo winnen we natuurlijk nooit.
Tegelijk mag Noorwegen dankzij de inspanning van Boasson Hagen en Hushovd 9 rijders afvaardigen, 6 meer dan vorig jaar. Omdat ze die 9 toch niet vol krijgen heeft de Noorse bond besloten het lijstje noren aan te vullen met de volgende fietsnoren. DDODG stelt de wielrenners aan u voor die Gesink, Kroon, Langeveld en Maaskant aan de overwinning zullen helpen:

Pöter Wöning
Jöst Pösthöma
Lörens ten Döm
Köss Mörenhöt
Könny van Hömmel, incl. röde lantaarn
Thömas Dökter

Dat wordt nog spannend daar in Zwitserland.
Overigens een ideaal parcours voor Michael Boogerd. Zou hij met zonder plaaggeesten Rebellin (epo), di Luca (cera) en Bettini (begonia's) nog 1 keer?

Armstront imponeert in de Hoge Vogezen

Na een uiterst succesvolle tournee door de Ardennen, stond Armstront voor een iets zwaardere beproeving: de Vogezen. De puisten die hier liggen reiken weliswaar niet tot in de hemel maar het is toch andere koek dan de brug over de Vliet of een schelpenpad door de duinen. Armstront werd hiermede reeds geconfronteerd toen per automobiel het basiskamp werd gezocht. Dit bleek te liggen aan een die middag nog beteerd en daarna met steentjes bestrooid weggetje op 900 meter hoogte nabij het plaatsje Ventron. Bij het manouvreren over dit weggetje wist de ervaren coureur fraaie sporen op het wegdek te trekken die tot in den eeuwigheid zullen blijven herinneren aan het feit dat hij hier ooit voorbijtrok.
Voordat de fiets werd gehanteerd, vond eerst wat auto-matische parcoursverkenning plaats. Het gezelschap toog naar de Ballon d'Alsace en parkeerde een kilometer onder de top, waarop wandelend het laatste stukje werd volbracht. Armstront keek goed om zich heen maar zag geen uitdaging in deze berg. De ervaren renner kwam op het lumineuze idee om vanuit basiskamp Le Haut Riant (900 m) af te dalen naar Ventron (500 m) en via de weg naar de Col d'Oderen op een gegeven moment af te buigen naar een smal paadje dat zou moeten leiden tot een doorkomst bovenop de Grand Ventron (1200 m). Aldus geschiedde. Solo kwam Armstront boven en ook in de afdaling nam hij het voortouw. Na een korte afdaling wachtte de Col de La Vierge: een peuleschil. Bovenop gekomen werd afgedaald naar de Col du Bramont, waarna de afdaling richting skioord La Bresse werd ingezet. Voorbij La Bresse, op weg naar Cornimont, werd linksaf gebogen om de gevreesde Brabant te bedwingen. Het ging allemaal van een leien dakje. Armstront reeg de bergpunten aaneen. Na de afdaling richting Cornimont werd wederom de weg richting Col d'Oderen ingezet, maar na een kilometer werd het steile pad naar Le Haut Riant gekozen. Hier moest de moegestreden Armstront kortstondig zijn meerdere erkennen in een combinatie van steilte, belabberd wegdek bestaande uit afwisselend diepe gaten en bergen met grint, en tsja, het moet gezegd, ook de jaren beginnen te tellen natuurlijk. Geen man overboord, Armstrong kaapte wel degelijk de zege voor ieders neus weg.
De volgende Vogezenrit betrof een autoverkenning van een deel van de fameuze Route des Crêtes. Na op de Col de la Schlucht vergeefs gezocht te hebben naar een parkeerplek, werd na een tussenstop uiteindelijk nabij de beruchte Hohneck halt gehouden. Te voet ging de renner-zonder-fiets naar boven en overzag daar het parcours van de eerstvolgende rit per fiets.
Terwijl het gevolg van Armstront de volgende dag neerstreek aan het Lac de Kruth/Wildenstein, stapte de gretige renner op zijn trouwe Gazelle en begon aan de klim richting Trehkopf/Le Markstein. Na een pittig begin vlakte de weg af en de renner bereikte in uitstekende conditie de top, alwaar hij vaststelde dat het naar de Grand Ballon nog slechts 7 vrij vlakke kilometers zou zijn. Aangezien een renner met de staat van dienst van Armstront daar geen bevrediging uit zou halen, werd gepoogd de Platzerwasel te identificeren. Dit lukte, maar helaas moest de renner vaststellen dat hij deze beruchte doorkomst in de tour beter vanaf de andere kant had kunnen doen. Armstront keerde weer richting Route des Crêtes en slingerde langs allerlei toppen met vreemdsoortige namen (Hahnenbrunnen?) vooraleer de afdaling richting La Bresse werd ingezet. Een korte klim naar de Col de Bramont, een bochtige afdaling en daar dook het verkoelende Lac weer op. Armstront besloot geen verkoelende duik te nemen, aangezien echtgenote haar vermoeden uitsprak dat het Lac fungeert als stortplaats voor menselijke uitwerpselen. En daar is Armstront niet van gediend.
Kort samengevat: de Vogezen zijn toegevoegd aan het toch al indrukwekkende palmares van zevenvoudig tourwinnaar Gance Armstront. Wie kan deze renner nog stoppen?

Armstront ongenaakbaar in Ardennen

Gance Armstront heeft direct na de knappe podiumplek in de Tour de France een uitstekend vervolg gegeven aan zijn comeback. In een nog onontgonnen gedeelte van het wielermekka dat de Ardennen heet, wist de renner drie ereplaatsen te behalen. In de eerste etappe was er nog sprake van een concurrent: zijn lieftallige echtgenote op een mamafiets. Armstront was niet kinderachtig en had zijn racemonster ingeruild voor een mannelijke variant op de mamafiets. Beide kemphanen kregen als extra ballast een kind mee, waarbij Armstront wederom niet kinderachtig bleek en een zesjarig reuzenkind torstte, waarbij echtgenote het met een vierjarige kruimel moest doen. Armstront profiteerde van uitstekende parcourskennis. De rit begon met een afdaling van 10 kilometer. Armstront vloog door de bochten, tot genoegen van het zesjarige reuzenkind. Na een afdaling is er altijd weer een klim en Armstront bleek ook hier de sterkste. Daar waar echtgenote de gehele klim (enkele honderden meters aan 10%) naast de fiets doorbracht, wist Armstront bijna het hele stuk fietsend te volbrengen. Een prestatie van formaat, te danken aan jarenlange ervaring en een uitstekende mentaliteit. Na deze klim was het dalen geblazen tot aan de voet van de berg waarbinnen de Neptunus-grotten schuilgingen. Armstront en echtgenote parkeerden hier beiden de fiets en volbrachten wandelend het ochtenddeel van de etappe. In de middag is Armstront solo naar het basiskamp gefietst om de fiets te verwisselen voor een benzinegedreven vierwielig voertuig waarmede echtgenote en reuzenkind en kruimel zijn opgepikt. Het lijkt me duidelijk, de punten zijn voor Armstront.
De tweede etappe werd een prooi voor Armstront. Als enige deelnemer stond hij, op zijn racefiets, aan het vertrek. Vanuit het pittoreske Oignies-en-Thiérache werd koers gezet richting uithoek Le Mesnil alwaar voor een geitenpad op weg naar de grens met Frankrijk werd gekozen. Armstronts stuurmanskunsten hielden hem in dit onherbergzame terrein op de been. Eenmaal weer in de bewoonde wereld stuitte de zevenvoudige tourwinnaar op een Maas zonder brug waarop de renner besloot de tocht stroomafwaarts te vervolgen. Aangezien een halfuur later de schemering inviel en er helaas geen sprake was van parcourskennis, werd 180 graden gedraaid en dezelfde weg naar huis gereden. Het geitenpad lag er nog een stuk geitiger bij, vermoedelijk veroorzaakt doordat de weg nu ineens fors omhoog liep. Armstront arriveerde in het holst van de nacht als eerste in het basiskamp. Hoera!
De derde etappe leek kwa personele bezetting sterk op de vorige. Armstront strond fris aan de start voor een loodzware tocht door de gemeente Viroinval. Na Oignies en Le Mesnil volgde een fraai stuk weg richting Mazée. Armstront brak hier zijn persoonlijke snelheidsrecord: met 77 km/uur dook de gewezen tourwinnaar het dorpje in. Vervolgens werd het riviertje Viroin gevolgd via plaatsjes als Treignes, Vierves, Olloy en Nismes. Het laatste stuk bergop was een peuleschilletje voor de talentvolle coureur en zo boekte hij zijn derde opeenvolgende zege in het Ardennenoffensief. Armstront is klaar voor de Tour 2010!

05 augustus 2009

Le Cinglé du Mont-Ventoux

Drie beklimmingen op één dag over de weg - lengte: 136 km - hoogteverschil: 4.390 m

"N'est pas fou qui monte au Ventoux, mais est bien fou qui y retourne."
"Je bent niet gek als je de Ventoux beklimt, maar gestoord als je het nog eens doet."
Provençaals gezegde

Bedoin

Na een paar dagen op de camping valt inmiddels op dat mannen elkaar begroeten onder vermelding van hun tijd vanuit Bedoin. Slechts een snellere man in 1.33 genoteerd, maar dat was een wedstrijdrijder. Verder geniet mijn 1.48 ontzag.
Op zaterdag hak ik de knoop definitief door: maandag word ik Cinglé. Letterlijk malloot. Hier iemand die in 1 dag de Ventoux van alle drie kanten beklimt. Voor het diploma moet je de poging 20 dagen van te voren aanmelden. Dan maar geen diploma en registratie op de website: mijn koersdoel wordt een ongeregistreerde Cinglé.

Mijn eerste beklimming was goed genoeg om het aan te durven en de 3500 trainingskilometers moeten genoeg zijn. Carina aarzelt of ze wel met de auto die berg op wil, maar concludeert dat de weg breed genoeg is. Gelukkig maar, want ik zal
de verzorging onderweg hard nodig hebben.

Op de dag zelf word ik spontaan wakker om half zeven. Dat gebeurt me alleen bij dit soort evenementen. Ik ga huiverend naar buiten om te kijken hoe laag de aangekondigde bewolking staat. De top van de berg is zichtbaar, dus dat valt mee. Sterker nog: iets minder zon dan de afgelopen dagen is op de fiets wel lekker. Ik trek mijn wielerpakje aan en werk koffie en het verharde stokbrood naar binnen. Ik bind mijn Ventoux bandana om tegen de hitte. Nu ik boven ben geweest mag ik hem van mezelf dragen. Om 7:20 word ik nagewezen door andere campinggasten in wielertenue. Ze constateren dat er mensen nog gekker zijn dan zij. Dan stap ik op voor de 9 km. inrijden naar Bedoin. Ik zit in het ochtendgeraas. Te hard rijdende trucks en oude Renaultjes die op tijd op hun werk willen zijn. Ben blij dat ik mijn
helm op heb.

In Bedoin kom ik de eerste fietser tegen. Ik bedenk me dat er dus meer mensen zo vroeg op de fiets zitten, maar het blijkt een meisje op de racefiets op weg van de bakker naar huis. Bij de streep voor de start stop ik nog kort. Ik wens mezelf succes, zet mijn teller op nul en hoor achter me iemand hetzelfde doen. En dan vertrek ik.

In de aanloop naar het bos herinner ik me het verhaal van Wilfried de Jong. Als ik voor de derde keer boven ben mag ik ook gefeliciteerd sukkel tegen mezelf zeggen. Ik merk al meteen dat op dit uur weinig ploeteraars aan het werk zullen zijn. Het zijn stuk voor stuk geschoren benen die langszoeven op het buitenblad. Net voor het bos word ik ingehaald door Richmond Cycling Club. Hij blijkt een mooi mikpunt, want blijft de rest van de klim ongeveer 200 meter voor me hangen.

In het bos ga ik harder dan de vorige keer. Maak me zorgen of ik nu niet te hard van start ga, maar alles loopt gewoon goed. Ik heb nog ruim de tijd om alle teksten op de weg in me op te nemen. Zo weet ik nu dat Wuyts een homo is, de stichting van Lance Leavestrong heet en dat het maar zeer de vraag is of ten Dam gisteren nog geneukt heeft. Ik dacht dat als ik na de 55:50 van Mayo uit het bos zou zijn dat een hele goede tijd in het verschiet zou liggen. Dat haal ik net niet maar lig nog op koers voor 1.40.

Bij Chalet Reynard begint het heel hard te waaien. Tegen dit keer. En ook nog te miezeren. Ik ben blij dat ik voor mijn gewone bril gekozen heb. Vanwege de wind zet ik al rijdend mijn helm vast op. Je weet maar nooit of je in de berm geblazen wordt. Omdat het zo rustig is kan ik wel bochten afsnijden. Dat scheelt al weer iets. Ik meen Richmond cycling club te naderen en zelfs in te halen. Het blijkt iemand met een shirt in dezelfde kleuren. De fotografen onderweg liggen op dit tijdstip niet op de loer maar nog in hun mandje. Boven sta ik stil na 1:47:50. Ondanks alles een minuut van mijn tijd afgehaald. Mijn benen voelen nog goed, ik heb niet geforceerd.

Malaucène

De afdaling naar Malaucène gaat hard. Ik daal hele stukken ver boven de 70. Dat moeten de steile stukken zijn die op het hoogteprofiel aangeduid staan als 11%. Ik kom veel mountainbikers in tegengestelde richting tegen. Gelet op hun tempo verwacht ik ze nog voor de top weer in te halen.

In Malauscène is het tijd voor koffie. Carina zou me bevoorraden, maar belt dat ze vast staat bij wegwerkzaamheden. Ik ben kortaf an de telefoon. Ik besluit te poepen en weer te vertrekken. Mijn fiets kan wel even 5 minuten alleen buiten staan.

Na 2 kilometer klimmen haalt Carina me alsnog in. Ik krijg 2 verse bidons en vers voer. De banaan peuzel ik als eerste op. Als ik de schil eraf doe valt de helft eraf. Heeft een gems ook nog een lekkere maaltijd. Om de paar kilometer zie ik om de beurt een in paars gehulde vrouw die haar man aanmoedigt en Carina. Eva heeft de kleine camera en fotografeert als een jonge Cor Vos alle wielrenners die ze ziet, maar maakt de meeste foto's toch van papa. De paarse vrouw groet me de tweede keer al en de derde keer meldt ze dat ik harder klim dan al die anderen die ze ziet. Dat helpt al weer een beetje tegen de pijn. Carina rijdt langs en roept door open raam dat de auto zo moeilijk start. Daar heeft hij deze vakantie meer last van. Ik bedenk me met 8% stijging onder de wielen dat vandaag iedereen recht heeft op zijn eigen problemen. Ik word ingehaald door een man met een adelaar op zijn shirt. Het lijkt er op dat zijn vleugels vastgeplakt zitten, want heel veel harder dan ik gaat hij niet.

Op het steilste stuk voel ik mijn benen voor het eerst echt. De kilometerpaatltjes lijken willekeurig door de Romeinen uit een helikopter gegooid. De aanduidingen lijken nergens meer op te slaan. Ik haal inmiddels wandelaars in die naast hun fiets deze klim proberen te bedwingen. Ik besluit dat nooit. Op 5 kilometer onder de top staat een hotel waar Carina koffie drinkt. Ik klim door en zie haar weer op de top. Het uitzicht vanaf deze kant is fenomenaal: vanaf de noordkant kijk je op de zuidflanken van de Alpen. Net voor de laatste bochten zie ik een een steile rotswand voor me met bovenop een torentje. De aanblik vind ik mooier dan vanuit de kant van Bedoin.

Niet veel later ontwaar ik Carina, Eva en Leonie. Ze zwaaien naar me. Ik kan nog terugzwaaien. Eenmaal boven bereken ik dat ik er net geen twee uur over heb gedaan. Dat is nog alleszins redelijk. Ik werk een half stokbrood jam en een blikje cola naar binnen en pak twee verse bidons. Ik trek mijn jas aan en maak me gereed voor de derde en laatste klim.

Sault

Het waait nog steeds hard op het kale stuk. De afdaling naar chalet Reynard is bovendien een stuk drukker nu, afsnijden is er niet meer bij. Na de splitsing Bedoin en Sault moet ik bijtrappen, dat moet dat stuk zijn dat volgens het kaartje bijna vlak is. Ik zie ook aan de kilometerpaaltjes dat het hoogteverschil maar een paar meter per kilometer is. Bijna beneden zie ik Richmond cycling club. Zou hij ook drie keer of brgin ik te hallucineren?
Het laatste stukje naar Sault is bergop. Ik krijg applaus en een duim omhoog van een groepje Belgen. Ze klappen nog harder voor hun lokale favoriet die een paar honderd meter achter me blijkt te zitten. In Sault ruikt het naar pizza en lavendel. Ik eet mijn laatste koek en draai snel weer om. Ik kom nu moeizaam op gang, ondanks het eerste stukje naar beneden.

Als ik Sault uitrij ruikt het overal naar lavendel. Ik zie nu ook de velden en winkeltjes waar de geur vandaan komt. Het boompje dat ik net na Sault tegenkom heeft mijn plas tijdens de afdaling verwerkt en is al weer kurkdroog. Ik baal van de motoren die me inhalen.

In de klim wordt ik meer aangemoedigd door tegenliggers dan tevoren. Zou dat door mijn tred komen? Ik heb de aanmoedigingen nodig, want ondanks de 5% ga ik niet veel harder dan 10 per uur meer. In de berm staan paarse bloemetjes: lavendel of wilde ameretia? Ik kan nog grinniken om het grapje. Ik bedenk me heel vaak dat ik vanuit chalet Reynard ook gewoon meteen naar links af kan slaan, niemand die het merkt. Het laatste stukje tot de splitsing haal ik wat mountainbikers in. Eentje is +100 kilo maar draagt een shirt en broek met de opdruk "Optima". Je moet maar durven met zo'n postuur. Net voor de splitsing kan ik ondanks mijn vermoeidheid naar het middenblad schakelen. Ik besluit dan definitief dat ik door kan tot de top na en kies mijn laatste stop bij het chalet.

Op het terras bestel ik een milkshake fraise en een espresso. Milkshake staat groot aanbevolen op een bord maar de serveerster doet alsof ze me niet begrijpt. Bij aflevering ontbreekt de espresso. Na een kwartier laat ze zich er eindelijk op aanspreken en brabbelt iets over de bar. Ik vermoed een oneerbaar voorstel en hou beleefd de boot af, ik moet nog fietsen.

Moeizaam stap ik op voor het laatste klimwerk en vervolg mijn weg. Het waait in mijn beleving nog harder dan vanochtend. Ik behoor nu tot het gezelschap van de ploeteraars. Ik lijk op mannen die eens in hun leven net binnen de 3 uur de Ventoux op zwabberen. Rond Simpson daalt mijn snelheid tot een bedenkelijke 7 per uur. Ik ga erg veel op de trappers staan, maar geef niet op. Op de weg staat Bravo les Cinglés. Was dat er nu net opgeschilderd? Voor mij? Ik had het nog niet eerder gezien. 800 meter voor de top zie ik een fietser met roodgejurkte vrouw op de bagagedrager vanaf de top afdalen. De vrouw stapt af bij de fietser voor me en gaat de renner het laatste stukje omhoog duwen. Dat wil ik ook, maar ze negeert me. Weet ze wel dat ik bijna drie keer?

Bovenop ben ik blij dat her volbracht is. Van serieuze tijdwaarneming op de laatste klim is geen sprake meer geweest. Ik SMS voldaan naar Carina. Bovenop schuil ik voor de toren tegen de wind. De adelaar van vanochtend staat er ook. Hij praat met een man die zijn blinkende Cervélo in de auto van vriend laadt. Ik denk watje. Daarna begint de adelaar tegen mij te praten. Mijn "Je ne parle pas Francais" is aanleiding om een heel relaas in het Frans af te steken. Blijkt dat hij ze vandaag ook alle drie gedaan heeft en hij begrijpt dat ik Sault de lastigste vond vanwege de afstand en de wind op het eind. Daarna zeggen we gedag en dalen beiden ons weegs.

Ik daal het eerste stukje erg voorzichtig en zie "optima" ergens in de berm zitten. In het bos suis ik dik over de 60 in relax-stand naar beneden. Ik kan met handig manoeuvreren 2 auto's inhalen. Het laatste steile stuk rijdt een Nederlandse Volvo op de verkeerde weghelft recht op mij af. Ik vloek en steek de eerste middelvinger van de vakantie op. Ik was hier de Cinglé, niet hij. Vanuit Bedoin heb ik wind mee naar huis, ik kom tot eigen verbazing nog boven de 40.

Terug op de camping blijkt het halve terrein te weten wat ik heb gefietst. Men is diep onder de indruk. Ik vind het moeilijk kiezen tussen koud bier en koud zwembad en tank eerst bier en duik er dan in. Ik ben tevreden. Geen hongerklop, niet bevangen door de hitte en 4500 hoogtemeters op 1 dag in 155 km. Bravo les Cinglés. Alleen jammer van dat diploma.

Gefeliciteerd sukkel.

01 augustus 2009

De kale berg

Over de Ventoux is al zo veel geschreven, daar hoef je niet meer zo veel aan toe te voegen. De eerste uitdaging was al volbracht. Niet gelijk bij aankomst op de camping op de fiets springen en omhoog rijden. De tent moet ook nog opgezet worden. De volgende ochtend kan de tocht beginnen.
De beklimming is druk, drukker nog dan de Alpe omhoog. Maar dat is ook wel lekker, vooral als je een een hoop mensen inhaalt. In de ochtendzon is het bos nog koel. Dat was al de eerste verademing. Verder merk ik al gauw dat de stukken 10% soepel lopen. Die hoogtestage en het feit dat het de eerste klim is van de dag schelen enorm. Op het moment dat ik dacht dat het zwaar begon te worden blijkt Chalet Reynard niet ver. Ze hebben er verse boissons, maar ik sla over. Ik moet verder.
Het kale stuk loopt nog beter. Ik kan zo waar tandjes bijschakelen. Dat gebeurt me alleen als ik me goed voel. Ik haal mensen in die me eerder voorbij fietsten. Een vent vindt dat niet leuk en gaat op de pedalen staan als ik langszij komt. Na 5 keer heb ik er genoeg van en geef zelf gas. Ik zie hem pas boven weer terug.

Zwieno inspecteert minutieus fiets voor vertrek Bij "Simpson" is het niet ver meer, maar gaat het wel weer over de 10%. Ik moet van mezelf het tempo aanhouden. Voila. 1.48.57. Dat viel al weer mee. Hou de optie voor een ongeregistreerde cinglé later deze week nog open. De afdaling gaat hard. Ik schiet door de 70 en ben zo weer op de camping. In het zwembad koel ik lekker af. Weer een col rijker.

Update: Een dag later rijdt een afgetrainde Zwienokoerova op d'r gemak een respectabele 1.56.12. Chapeau en petje af.