13 september 2010

Dag 1. Passo dello Stelvio en Het Oude Wielrennen revisited

Er zijn bloggers op DDODG met een allergie voor Maarten Ducrot. Voor anderen is het genoeg als hij een toontje lager zou zingen. Maar hoe groot de weerzin tegen de retoriek van Het Nieuwe Wielrennen ook is, niemand had verwacht dat de helden van DDODG zich in de huidige fase van hun carriere alsnog tot het Oude Wielrennen zouden bekeren. Vandaar de grote verrassing toen Schumelbarts onlangs op deze blog bekendmaakte zijn hartslag bij te houden tijdens futiele trainingsrondjes op de Grosser Beerberg nabij Darmstad (D). Nog groter was de schok toen ook Zwieno(kourov) en Beuke (Mollema) op de heenreis toegaven dat zij hun inspanningen door een hartslagmeter lieten begrenzen. Het ontbrak nog net aan instructies vanuit de wagen.
De invloed van deze technologie kwam al vroeg in de eerste beklimming van de Stelvio aan het licht. Vlak na het uitrijden van de bebouwde kom van Bormio - het warmrijden zat er bijna op - zei Zwieno’s hartslagmeter ‘rustig aan’. Daar gehoorzaamde de drager van de gele trui aan. Hij wist dat zijn klassement niet in gevaar zou komen (zie elders op DDODG). Omdat het klokje niet boven de 170 diende te komen duurde het even voordat de ‘Kazachse Fignon’ de top zou bereiken.


Schumelbarts hield ondertussen nukkig stand op deze berg. Zijn hartslagmeter gaf iets meer dan 170 aan, maar dat was nog steeds maar 80% van het maximum (211), dat later in de week tussen de Mortirolo en de Gavia werd bereikt. Bij het oppompen van een band. Op de Stelvio volgde hij het peloton door tunnels en scherpe bochten. Dat beloofde een mooie week voor de rossige laatbloeier. Totdat ook zijn hartslagmeter zei dat hij moest passen. Of plassen. Of zoiets.

Hij kwam nog wel sterk terug en hing daarna lang aan het elastiek, maar de aansluiting met de stevig doortrekkende kopgroep lukte niet meer. In de kopgroep, met daarin onder andere Heinrich Nahaussler en Beuke Mollema, liet laatstgenoemde zich niet door zijn hartslagmeter inperken. Beuke verkoos weergave van actuele stijgingspercentages op zijn apparaat. Misschien bekeek hij ook wel het lokale weerbericht, teletekst of een foto van zijn vrouw. In ieder geval fietste hij stevig door naar de top, de afslag richting Zwitserland (Passo Umbrail). De kopgroep kwam gezamenlijk boven zonder voor de bergpunten te sprinten. Nahaussler kon niet meer en Beuke had er geen zin in - dat is tegenwoordig (lees: in het Oude Wielrennen) meer iets voor miezerige Fransmannetjes als Voeckler, Pineau of Charteau.

Bijna dezelfde puntenverdeling als op de Stelvio vanaf Bormio stond ook in het Verdict van de Stelvio vanaf Prato, de terugweg. Zwieno had na een koude afdaling en een warm kopje koffie precies tien minuten voorsprong gekregen om niet teveel in het rood te hoeven rijden. Hij reed immers ook al in het geel. Schumel en Beuke wilden die achterstand graag zo gauw mogelijk inlopen. Voor Nahaussler ging dat veel te hard, al was het maar omdat er nog zo’n 1800 meter geklommen moesten worden. Afstoppen aan de voorkant hielp niet. Daarom wees hij Schumelbarts erop dat zijn hartslag te hoog was. Hielp ook niets. Ze gingen er in gestrekte draf vandoor en pakten gauw een paar honderd meter. Totdat Schumel Beuke afzette met de opdracht: “Nu moet je het zelf afmaken”. De eerste bocht van de Stelvio (48) was op dat moment bijna bereikt. Fotostudio3.it schoot daar ergens een paar mooie kiekjes van okselfris ogende wielrenmodellen.

De werkelijkheid achter deze foto van een frisse Schumel is dat hij zojuist even was afgestapt om zelf ook wat foto’s te maken.

Zwieno en Beuke hielden het hartslagmetertje in de veilige zone en Schumel inmiddels ook. Vanaf bocht 20 begon Nahaussler aan zijn inhaalrace. Eén voor één maakte hij een praatje met zijn opponenten. Eerst met Schumel, die hem geluk wenste. Toen met Zwieno, die kon vertellen wat de voorsprong van de koploper was. En uiteindelijk met de koploper zelf, Beuke Mollema, die het als welkomstwoord bij een welgemeend ‘motherfucker’ hield. Op dat moment begroef ook Nahaussler het Nieuwe Wielrennen met een laf combinevoorstel om niet voor de punten te hoeven sprinten. Beuke kon alleen nog maar knikken.
Of keek hij op zijn meter?

Geen opmerkingen: