
De Galibier is een hoge berg.


De Glandon is ook een behoorlijk hoge berg

De Col de la Croix de Fer is een erg hoge berg

De Mollard is niet zo'n ontzettend hoge berg, maar warm is het er wel
Dankzij de aanhoudende regen zijn de gelegenheden om buiten op de fiets te trainen beperkt.
In de altijd drukke Randstad leidt dit bij een toevallig avondje droog tot files, opstoppingen , algehele drukte op de fietspaden en toevallige ontmoetingen.
Vorige week dinsdag was het zover. Een halve week zware regen en toen was het droog en nog redelijk windstil ook.
Bij het uitrijden van Rijswijk kwam ik al pelotons jongeren tegen van de lokale wielervereniging. Richting het Westland zat een pelotonnetje net voor me, en als die met zijn allen gas geven kun je ze net niet bijbenen. Zeker niet als de pasta van zojuist nog in de weg zit. Dat net voor me werd al gauw de horizon.
Het standaard trainingsrondje loopt verder via Maasland, Vlaardingen en dan via Schipluiden weer naar huis. Ditmaal liep het iets anders. Net voor Maasland word ik ingehaald door een drietal strak afgetrainde coureurs. Deze heren gingen wel heel erg hard dus ik deed geen moeite ze bij te benen. Even later volgt de ploegleiderswagen. Ah, toppers in wording schiet door me heen. In Maasland kan je redelijk doorknallen, maar de heren besluiten met 30 op de teller rustig aan te doen. Ik sluit aan en neem me voor ze zo lang mogelijk te volgen.
Net buiten Maasland roepen ze naar elkaar hoog tempo te draaien en dat zo lang mogelijk volhouden. Hoog tempo blijkt voor deze heren een snelheid variërend tussen de 48 en 50 km per uur. Even overweeg ik mee te draaien in de carrousel, maar besluit wijselijk in het laatste wiel te gaan hangen. Na een kilometer of 5-6 is het tempo onveranderd 48 en komen we op een weg die ik niet ken.
Ik besluit dat een nabij gelegen scherpe bocht een mooi moment is om rustiger aan te doen en val terug naar de gebruikelijke 35 km in het uur.
Op dat moment valt een binnenband uit de achterzak van een van de drie heren. Impulsief stop ik en raap het ding op. Dan verschijnt de ploegleider naast me, pakt de band dankbaar aan en begint tips te strooien: als ik met deze mannen mee wil rijden kan ik beter een tandje lichter rijden, terwijl ik dacht dat voor 50 in het uur de 52*12 uitgevonden was. Verder moet ik mijn handen anders in de beugel houden want dan heb ik meer grip bij onverwachte uitwijkmanoeuvres. Tot slot moet ik mijn bekken anders kantelen, want dan kan ik nog meer snelheid maken. Nadat ik mijn dank voor de tips heb uitgesproken nemen we afscheid. In de verte zie ik de mannen weer tempo maken. Ik probeer niet meer aan te haken, maar heb er wel een serie goede tips en een mooie route bij.
Heren,
Welk een fraai wielerproza hebben jullie weer geleverd! Ik ben in ieder geval zeer content met opmerkingen over mijn persoon als gesoigneerd, klepper, topper, etc. Jammer van de lekke band van Roel. Wij waren in de heilige overtuiging dat hij het tempo niet kon volgen en wij moesten door. Onze strategie was nu eenmaal om zo vlot mogelijk bij de Wanne te geraken om zoals renners in een vroege ontsnapping bij de tour snel alle punten van het bergklassement weg te pakken voor het peloton met de klassementsrijders zich verwaardigd om uit het zadel te komen. Nadeel van deze strategie is een meer dan gemiddelde kans op een inzinking op een van de cols en zo geschiedde.. Na een ultieme krachtsinspanning waarbij ik op de Rosier het wiel van Remco (die mij op de Mont Ventoux nog 20 minuten zoek reed) kon houden en zelfs in de laatste 50 meter met een ultieme jump over hem heen kwam, begon het op de vecquee te duizelen, compleet met zwarte vlekken. Waar Remco en ik eerder nog trots waren op de prestatie dat geen medefietser met haar op zijn/haar benen ons te grazen had genomen op een col, reden de behaarde benen ons nu links en rechts voorbij (hebben we het niet eens over mannen in lange broeken). Op de top aangekomen maar even gaan liggen in het bos! Hoe kon dat nu gebeuren! Werd ook mij en Remco de tomatensoep fataal (Gert weet wellicht het antwoord)??? Of was de combinatie cola met tomatensoep de boosdoener? Deze had er in ieder geval voor gezorgd dat ik vanaf Stavelot al windend en boerend de cols had moeten bedwingen. Maar goed na een aantal liga's erin gedrukt te hebben, weer op weg naar de laatste hindernis de Redoute, dat zou wat worden! Onze moraal had sowieso een knak gekregen nu we niet langer de kampioenen van de behaarde benen waren. We moesten dus op zoek naar een nieuw soort klassement waarin we wel aan de leiding stonden en vonden dat in: de geleverde prestatie per Euro besteed aan de fiets. Het was ons namelijk opgevallen dat alle behaarde benen die ons voorbij reden minstens een carbon fiets afgemonteerd met ultegra of beter hadden, terwijl wij nog van het ouderwetse staal waren. Van deze wetenschap kreeg de moraal een enorme boost en weldra waren we in Remouchamps. Toen we echter het begin van de redoute naderden stond de inzinking van de vecquee ons weer helder voor de geest en was de moraal direct weer verdwenen. Als twee bejaarde fietstoeristen reden we het eerste stuk op langs de snelweg en dan het bochtje bij het mariabeeld...... 1 minuut later stonden we verbouwereerd boven. Was dit hem al? We hadden van arren moede het laatste stukje nog moeten sprinten om het publiek tenminste enige tekening op onze gezichten te laten zien! We waren weer helemaal terug en waren er klaar voor om al de behaarde benen die ons sinds de vecquee voorbijgegaan waren in de afzink naar Luik weer op te vegen en zo geschiedde... Resulterend in een fabuleuze eindtijd van 9 uur en 12 minuten fietsen.
Groet,
MArio
Hemelvaart 2006 stond in het teken van een lang weekend training in de Elzas ter voorbereiding op het echte werk in de alpen. Het was zo mooi gepland: opa en oma passen op de kids en Carina en ik kilometers maken in de bergen.
Vooraf had ik al uren zitten turen op de kaart voor leuke ritjes, de literatuur eindeloos geraadpleegd (in het spoor van de profs) en uitvoerig webzijdes bezocht met de heetste stijgingspercentages ( cylingcols.com en salite.ch ). Eenmaal daar aangekomen bleek het toch allemaal anders.
Om te beginnen was er de herberg. Gevonden via het internet en een buitengewoon fietsvrindelijk etablissement. Nederlands eigenaren, eenvoudig doch voedzame maaltijden en ruime kamers. We deelden de accommodatie met een groep Belgen die zich elkaar aleen aanspraken met de rennersnaam. Zo kwam het dus dat we in een herberg zaten met Cunego, Petacchi, Bontempi en meer van dat fraais. De fietsen zagen er indrukwekkend uit en hun bespreking van de af te leggen etappe over Schlucht, Hundskopf en Grand Ballon; de onafhankelijke materiaalwagens die de koers zouden volgen en de karretjes die men in de gang had staan - denk aan teamfiets van Lance - deden vermoeden dat we onder een dak zouden slapen met een stel net-niet profs.
De volgende ochtend was het echter regen, regen en nog eens regen. Tot zover de vooraf uitgestippelde route. In eerste instantie wil je maar niet gaan koersen. Uiteindelijk gingen we toch maar: 600 km in de auto voor een overnachting in de nabijheid van een Cunego-wannabe is iets te veel van het goede. Eenmaal op de fiets viel het mee. We zaten redelijk hoog en in het dal bleek het droog.
Eerst zijn we naar de Ballon d'Alsace gereden, de oudste col uit de tourgeschiedenis. Een mooie gelijkmatige klim van rond de 7% stijging. Na een paar meter zagen we Bontempi uit Vlaanderen staan, die kwam blijkbaar niet omhoog en stond op zijn vrinden te wachten. Tot 1000 meter goed zicht met schitterende panorama's. Daarna werd het mistig, maar was de top
vlakbij. Het klimmen beviel bijzonder goed. Gelijkmatig klimmen is weer eens wat anders dan korte steile hellingen en ideaal voor mensen die graag een gelijkmatig tempo omhoog rijden. Bovenop uiteraard een restaurant met warme choco en dat was ook wel nodig voor de afdaling: die was ijzingwekkend koud (uiteraard lagen de lange broeken en Carina's overschoenen in Rijswijk).
Eenmaal beneden besloten we er toch nog maar een klim bij te doen: de ballon de Servance. Nauwelijks verkeer, omdat er om onduidelijke redenen een bord doodlopende weg stond en omdat de col minder bekend is. Deze col was net zo hoog, maar steiler en zwaarder omdat het de tweede van de dag was. Wederom echter geen noemenswaardige problemen. De afdaling was gelukkig minder koud. En de herberg nabij. Toch 105 km gereden. Onze vrinden uit België hadden het na 60 km al voor gezien gehouden. Tot zover de stoere verhalen.
s' Avonds werden we na veul pasta geamuseerd door gitaarmuziek van Bontempi. Hij heeft klaarblijkelijk niet alleen zijn sprintsnelheid verloren: de bladmuziek was meestal afgelopen voordat de bijbehorende songtekst zo ver was.
De tweede en laatste volledige dag was het weertype hetzelfde. Omdat we dag 1 nog in de benen hadden besloten we alleen een rondje Grand Ballon te doen, dus moesten we een stukje rijden met de auto tot +- 10 km van de voet.
Ook deze ballon ging uitsteekbaar. Het hoogteverschil was bijna 1000m (vergelijkbaar met Alpe d'Huez) en de stijging tot +- 8 %. Ook hier gold dat boven de 1000m het mooie weer verruilt werd voor kou, mist en regen. Op de top kon je de beste bosbessentaart van de hele wereld krijgen. En daarna gingen we weer snel naar beneden want doorrijden naar de Schlucht was te koud.
De afdaling was prachtig: eenmaal uit de wolken dik door de 50 naar beneden suizen met uitzicht op de omgeving. Daarna was het een klein stukje terug naar de auto.
Ondertussen hadden opa, oma en kids geweldig kunnen wandelen rond de herberg, want naast fietsreizen gaan er ook wandelreizen naar toe. 's Avonds kon ik de benen eindelijk iets voelen.
De laatste dag startte wederom met regen. Omdat we toch niet meer zouden gaan fietsen zijn we maar op tijd naar huis gegaan.
Niet vergeten vandaag nog even bloed met extra hemoglobine af te tappen, zodat ik in juli bij de start al zwaar in het voordeel ben. Laat die Alpen maar komen.