Reisdag.
Vanuit diverse locaties in Nederland wordt de autorit naar de Franse alpen ondernomen.
Het gezin uit Rijswijk rijdt doelgericht met een ANWB kaart. Het gelegenheidstrio Aart, Loes en Gert besluit alle aanwijzingen van de routeplanner in de wind te gooien en via Zwitserland (ja maar we hadden al dat vignet dus zullen we hem gebruiken ook ) en over de Glandon naar Bourg d'Oisans te koersen. Uiteraard was deze kaksmoes louter bedoeld om parcourskennis op te doen. Gelukkig zat bij de heren na aankomst de schrik goed in de benen. Voor hoge alpen kan je maar beter ontzag hebben.
's Avonds toch maar even voorgeproefd hoe het is om tegen zo'n reus op te rijden en samen met Gert met de fiets naar bocht 21 gereden. Een machtig gevoel bekruipt ons. Gert imponeert. Zenuwachtig worden wielen en remmen nog wat bijgesteld.
Later op de avond was ik de enige die zich druk maakte over de route in het dorp Alpe d'Huez. Dat hadden maar beter meer mensen kunnen doen.
Maandag 24 juli Alpe d'Huez ( HC ; 14,3 km ; 1815 m ; 1091 hm )
Vroeg wakker. Maar dat komt ook vanwege twee kinderen die altijd moeten wennen aan een nieuwe verblijfplaats. Leuk al dat trainen in Limburg, België en de Elzas, maar vandaag gaat het gebeuren: voor het eerst echt de bergen in.
Vanuit de camping is het een klein stukje naar de voet van de berg.
Er hangt een mooi spandoek over de weg: hier begint het dus. Het kriebelt het een beetje, maar de benen zijn goed. Ik besluit na het vertrek niet om te kijken tot de eerste bocht en dan zie ik wel wie er nog achter me zit. De snelheid daalt tot onder de 11 km, maar dat eerste stukje is dan ook 11%. Gert zit nog in de buurt, maar verliest langzaam terrein. Heb ik gisteravond verstoppertje gespeeld of doet Gert het rustig aan.
In de buurt van bocht 19 gaat het wat soepeler allemaal. Het stijgingspercentage daalt tot 9% en het ritme is inmiddels ook gevonden: aanzetten op de vlakke stukken in de bochten, vol gas tegen de rechte stukken op. Het eerste dorpje - la Garde - komt voorbij rond bocht 15; ik ben Gert bijna uit het zicht verloren.
Rustig blijf ik doormalen langs Le Ribot en Huez. De klokken luiden niet voor mij, terwijl ik nog nooit op 1500 m heb gefietst. Na Huez kan je naar boven kijken, de bomen verdwijnen en worden vervangen door grasvelden en nog meer bochten. Als ik al wordt ingehaald dan is het door afgetrainde sprietjes; ik blijf me alleen zorgen maken over de route in het dorp. Foto Breton maakt actiefoto's; ik heb nog tijd om mijn duim op te steken. Het gaat lekker.
Bocht 1 komt eerder dan verwacht: ik ben nog niet in het dorp. Aan de kant van de weg wordt me wel duidelijk dat ik nog 3 km tot de iterinaire van de tour moet. Ik besluit me voor de juiste weg te concentreren op de bordjes en wegschilderingen. Het tunneltje naar links is gelukkig bekend van tv. Volgens de profielen wordt het hier vlakker; ik versnel voorzichtig. Nog een bochtje, iets naar beneden en dan vol aanzetten tot de finish. 1.13.55. Dat valt al weer mee.
Carina verrast door als tweede boven te komen (1:20); niet veel later gevolgd door Gert (1:21). Ze waren verkeerd gereden in Alpe d'Huez. Mijn zorgen over het parcours waren dus niet voor niets. Ik besluit mijn vader op te halen bij het binnenrijden van het dorp. Samen rijden we zijn laatste twee kilometers. Cola op de top smaakt altijd het best. Daarna in volle vaart naar beneden. Tijdens de afdaling krijg je bewondering voor je eigen klimprestatie.
Na de lunch doen we rustig aan in het zwembad. Gert wordt gedwongen helemaal te relaxen want hij mag met zijn wijde broek het water niet in. Fransozen hebben geen ontzag voor grote wielrenners.


Garth en Aert op de top van de Alpe
Dinsdag 25 juli Les Deux Alpes ( 1; 18 km ; 1655 m ; 902 hm ) ; voor de doorzetter onder ons ook de Col d'Ornon (2; 11km; 1371 m; 641 hm )
Het blijkt dat je van een keer Alpe d'Huez oprijden best fit blijft, dus op dag twee rijd ik met Gert en Carina naar Deux Alpes. Iets minder hoog, maar dat geeft niet, want woensdag wacht de zwaarste tocht. Het eerste stuk rijden we samen en is van de Lautaret, maar dat werd pas duidelijk toen we bij de afslag Deux Alpes aankwamen, want toen hoefden we nog maar 9 kilometer in plaats van de veronderstelde 16.
Na de korte pauze aan het meer gaan we er tegenaan, want waar kun je nog zulke prijzige cola krijgen als in het altijd mooie Deux Alpes?
Ik besluit maar meteen gas te geven. Volgens Gert is dat zoals Pantani dat ook deed. Onderaan de klim versnellen en dan volhouden. Alleen had Pantani er geen 30*25 voor nodig. Ik besluit al snel dat ik Alpe d'Huez een leukere klim vond. Carina blijkt dat ver achter me wegens kotsneigingen nog meer te vinden. Gert blijft behoudens dat gat uit het begin aardig in mijn buurt.
De top ligt minder hoog en het is niet helemaal duidelijk waar de rit eindigt. Ik besluit dat een groot beeld in het midden van het dorp een mooi eindpunt is. Van daaruit is het ook niet ver naar het terras. Gert denkt voor 3 cola met 10 euro genereus te kunnen zeggen dat de mevrouw de rest maar moet laten zitten. 10 euri blijkt echter niet genoeg voor 3 cola.
Terug in Bourg d'Oisans gaan we na de lunch maar weer naar het zwembad. Alleen Gert heeft het zwemmen opgegeven en pakt even de Ornon mee. Dat zijn de echte bikkels.
Woensdag 26 juli Bourg d'Oisans - Glandon - Croix de Fer (HC ; 2064 m) - Col de Mollard (2; 1630 m) - Telegraphe (1; 1566 m ) - Galibier (HC ; 2645 m ) - Bourg d'Oisans. Totaal 180 km fietsen, 66 km klimmen en 4108 hm.
Vandaag wordt het zwaar. We nemen mee: wat stokbrood, bananen en ontbijtkoek en die magische tube Isostar astronautenrommel die we tijdens de Amstel Gold hadden gekregen. Het blijkt wel wat weinig.
Het eerste stuk rijdt mijn vader mee, want wie wil de Glandon nu niet op zijn palmares. Hij piloteert ons keurig door het dal en neemt bergop meteen voorsprong want hij doet zijn helm niet af. De klim begint prachtig, mooi bos, mooi meer, maar er zitten weinig bochten in . Ik lig na een paar kilometer weer op kop. Carina wordt door oude fietsende Italiaanse mannetjes bewonderd om haar keuze voor Italiaanse spul: Giordana e Bianchi, un combinazione perfetta. Wie houdt dan het hoofd nog koel. Gelukkig hoor ik het allemaal niet.


Het weer betrekt iets. Even hebben we nog discussie of we wel verder gaan. Dat doen we maar wel. Na een kilometer of 10 afdalen moeten we naar rechts en krijgen we een extra col. Ik roep tegen Gert dat we links Toussire kunnen zien liggen. Daar was Landis toch zo onderuit gegaan. Niet veel later blijkt dat het de Mollard is en dat we die extragratis erbij krijgen.
Op de Mollard is het warm. Verschrikkelijk warm. Voorheen dacht ik dat ik dan goed uit de voeten kon. Het blijkt dat mannen met Panasonic shirts veel beter bestand zijn tegen de hitte. Gert pakt de punten op de top. Ik volg op gepaste afstand met Carina. We besluiten ons voor de lunch te beperken tot het meegenomen stokbrood, dat was wat karig.
In de afdaling slip ik een keer. Dus zo voelt gesmolten asfalt. Had ik hier een week geleden Chavanel niet zien liggen? Ik besluit het nog voorzichtiger aan te doen. De rest volgt rustig.
Onderaan de afdaling besluiten we maar meteen door te rijden. De Galibier is immers nog ver. In het dal springen de temperatuurmeters op zwart. Het blijkt dat we rond de 40 graden zitten. Gert stoempt door. Carina en ik laten maar even een gaatje vallen.
Aan de voet van de Telegraphe vind ik het al niet meer zo geweldig gaan. Ik besluit de Isostar astronautenrommel te nemen. Het blijkt ingedikte appelmoes met een lastig dopje erop. Zo lastig, dat Gert volgens de overlevering hulp aan Carina moest vragen om het ding ergens halverwege de Telegraphe geopend te krijgen. Ik lig dan al lang mijlenver achter. Te heet en het is nog zo ver. Afstappen blijkt geen optie zonder bezem- of ploegleiderswagen. Het voelt alsof mijn fiets vast blijft plakken in het smeltende asfalt.
Op de top blijkt Gert ook deze te hebben gewonnen, net voor Carina. Ik inspecteer onze bandjes en hoop op het beste voor de Galibier.
Carina sprint na de afdaling weg, maar Gert en ik halen haar weer bij. Gert wil cola, ik ook. Carina wil vooral door in verband met naderend onweer. We besluiten haar te laten gaan en gooien een flesje naar binnen. De 2km grens nadert weer; het wordt kouder, kaler en we hebben wat motregen. Ik verras mezelf met mijn remonte. Ik haal Carina ook in en kom als eerste boven op de top. Carina volgt na een minuut of 5. Nadat we Gert de weg hebben moeten wijzen - hij wou de tunnel in, waarop wij schreeuwen en de fransen naast ons oh la la roepen - is hij een kwartier na me boven.

De top van de Galibier, hoogtepunt van de wedstrijd.
De regen is weggetrokken, de uitzichten zijn schitteren. Wij hebben het volbracht, nu alleen nog 45 km naar beneden.


Wat een uitzicht...
De tunneltjes van de Lautaret deren ons niet meer. De wegen zijn hoofdzakelijk breed en de weg loopt met een procent of 4, 5 naar beneden. Na een dik uur zijn we weer op de camping. Het bier is welverdiend.
's Avonds blijkt dat pa tot de top van de Glandon is gereden. Chapeau.
Donderdag 27 juli Alpe d'Huez (HC ; 14,3 km ; 1815 m ; 1091 hm )
Carina houdt rustdag. Gert en ik besluiten aan het eind van de dag een poging te doen onze tijd te verbeteren. Ik begin slechter dan de eerste keer, maar ik ben Gert bij bocht 21 al kwijt. Dit keer weet ik waar ik kan versnellen op weg naar Alpe d'Huez. Ik kan de laatste kilometer zelfs de grote plaat rond krijgen. Ik haal anderhalve minuut van mijn tijd af: 1.12.25. Gert baalt, ondanks parcourskennis wederom 1.21.


Onze tweede poging, met ploegleiderswagen in bocht 15 en 7
Vrijdag 28 juli La Berarde (1; 26 km ; 1711 m; 1032 hm )
Gert heeft nog de beste benen en is er al ras van door. Ik doe het rustig aan, maar kan eigenlijk ook niet harder meer. Mijn kont begint zijn tol te eisen na een week fietsen. Het uitzicht is hier op zijn mooist met de gletsjer in de verte en de beekjes die woest stromen na een paar flinke buien. De omelet bovenaan is ook al geweldig.
En toen was het weekje Frankrijk al weer voorbij.
Na vrijdag fiets ik in Italië een beetje om de conditie bij te houden. Rond Verbania liggen een aantal lastige hobbels tot zo'n 1500 m. De bergen zijn veel ongelijkmatiger dan de Franse alpen. Ik fiets de Mottarone (1450 m), Cicogna (736 m) en Pian Cavallo (1250 m). Cicogna blijkt ongeveer het eind van de wereld: onverlichte tunnel en een bergweg waar ik met niet meer dan 20 per uur naar beneden durfde wegens te smalle weg en desalniettemin toch bijna bij de bestuurder van een witte Nissan op schoot zat. De andere twee waren leuke beklimmingen om de conditie op peil te houden. Als we voor LBL nou maar niet hadden geluisterd naar de weersverwachting, dan hadden Carina en ik daar onze blakende vorm kunnen tonen.
Nu rijd ik tjokvol rode bloedlichaampjes als een idioot de "heuvel" van de nieuwe waterweg op. 33.0 gemiddeld. Maar geen LBL.
Voor volgend jaar maar eens kijken of het de dolomieten of de Pyreneeën gaan worden, want er gaat qua fietsen niets boven de bergen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten