16 augustus 2006

LBL 2006 in letters

LBL 2006 in letters

Vorig jaar mocht ik als 33-jarige debutant mee in een gezelschap van cracks en LBL-veteranen (zie verslag LBL 2005 - The Beginner’s Perspective). Ik kwam op alle cols tekort en moest op La Redoute zelfs van de fiets. De conclusie was dat er sprake was van some unfinished business en dat er nog wat doelen te verwezenlijken zouden zijn in de editie van 2006. Terugkerend element in de analyses van wielerkenner Gert is het met de jaren meeklimmende niveau van de hoofdpersonen van dit verhaal. Fietsniveau welteverstaan, op het gebied van sportvragen en –antwoorden begint de kennis aardse vormen aan te nemen. Een schande die sommige volgers al doet concluderen dat de spreekwoordelijke wilgen maar eens moeten worden opgezocht. Maar ik dwaal af; met het stijgende fietsniveau zou realisering van de doelstellingen voor 2006 tot de mogelijkheden moeten behoren.

Wat zeiden de voortekenen?
1. Het aantal trainingskilometers ligt in 2006 significant hoger dan in 2005 (1500 om 600). Waarbij ook het aantal 100+ ritjes (4 om 0) in het voordeel van dit jaar uitvalt. Overigens was er dit jaar geen trainingsstage in Limburg om de klimspieren te trainen.
2. De Koga Miyata Prologue heeft enkele aanpassingen ondergaan. Zo is de kansloze 42x24 vervangen door een realistischer 34x27. Ook een nieuwe trapas, verse remblokjes en slagloze wielen zorgen er voor dat dit ros uit de vorige eeuw zich weer voorzichtig in de buurt van de ranke Gazelles van de andere grimpeurs mag vertonen.
3. De vorig jaar opgedane kennis over voedsel zorgde voor een bijstelling van hoeveelheid en samenstelling van de foerage. Minder zoet, meer vezels. En een week lang koolhydraten en H²O hadden voor de juiste fysieke basis gezorgd. (Hoewel de Chimay van vrijdagavond nog bijna roet in het eten gooide).
4. De weersvoorspellingen waren echter een stuk minder gunstig. Sterker nog, deze waren zo ongunstig dat 40% van ons pelotonnetje zich al op vrijdag afmeldde.
5. Een minimaal groepje dus, van drie bikkels die bereid waren de Waalse elementen te trotseren. Dat betekent minder ruggen om achter te verschuilen, maar meer kansen op de klimmetjes. Dat dan weer wel.

Als deze voortekenen niet bedriegen (en waarom zouden ze?) dan zou het dus allemaal moeten kunnen lukken.

Om 6 uur in de koude ochtend van 12 augustus meldden wij ons onder het banier met daarop in grote letters het woord START. Nog geen vijf meter naar links een even groot spandoek met daarop FINISH. Sommigen zullen zeggen dat het dus niet heel erg moeilijk kan zijn. Wij sloegen rechtsaf.

Na 9 kilometer een eerste testje. De Côte d’Embourg. Stelt niets voor. Opwarmertje. Toch maar even terugschakelen naar de 34. Niet voor niets laten monteren. @^%$^*. Als Gert in zijn beste dagen schakel ik mijn ketting er aan de binnenkant af. Het zal toch niet ?! Met de hand het ding er weer opgelegd. Als een bezetene in de achtervolging. Roel en Gert staan boven op het bergje op me te wachten. Gelukkig maar. We fietsen weer. De kuren van de ketting bleken ochtendhumeur. Gewoon karakter die fiets.

De Côte de Kin. Maximaal 11% zegt ons routekaartje. Ik kan me er echter weinig meer van herinneren dan de fotograaf die zich vlak onder de top heeft genesteld. En ons middels grote borden op het hart drukt de tijd te onthouden. Het is 7:05 en droog.

Na 64 kilometer bereiken we het dak van LBL, de Baraque de Fraiture. Iedereen is nog fris. Gert kan het zich permitteren in de klim af te stappen om wild te plassen. Roel spaart zich om ‘lauw te wateren’ in Auberge du Carrefour. Gert en ondergetekende tasten nog steeds in het duister voor wat betreft de betekenis van deze uitdrukking. Is het een metafoor? Een eufemisme? Roel hult zich in een mysterieus stilzwijgen. Gert probeert ons bij deze stempelpost te verleiden onze zwakte te tonen door te wijzen op de afslag voor de 170 km rijders. We happen niet. We hebben het koud. We willen fietsen!

We bereiken Bastogne in recordtempo. 11:15 melden we ons bij het Centre Sportif, slechts drie kwartier achter de eersten. Binnen in het sportcentrum wacht ons een bakje koffie, warmte en het gezelschap van de toppers Mario en Remco. Deze maken indruk met gesoigneerde benen en sterke verhalen. Een half uur verslapen en toch gelijk met ons in Bastogne. Desondanks willen ze wel met ons ‘opfietsen’.

Allez, op naar het echte werk. Lekker in het wiel bij Mario. Teller op 35 km/u. Zo worden we perfect afgeleverd aan de voet van de Wanne. Althans, als Roel kan meekomen. Waar blijft hij toch? Is het blikje rijst verkeerd gevallen? Nekt zijn geringe voorbereiding hem? Gert en ik laten de andere kleppers gaan om hem langzaam fietsend de kans te geven terug te komen. Edoch, hoe langzaam we ook fietsen, geen Roel. De telefoon brengt uitkomst. Het is geen fysiek malheur, zijn achterband is plat! Dat is een kwestie van vijf minuten. Althans, als het materiaal in orde is.. Roel’s reserve-setje bestaat echter uit een poreus stuk rubber en een tube versteende solutie. Roel zou echter Roel niet zijn als hij niet uit de brand zou worden geholpen door een voorbijganger. Zo ook nu. Gelukkig breekt de zon door.

De Wanne. Maximaal 16% stijging. Nu wordt het serieus. Ik ben nog niet helemaal gewend aan het bezit van een lichter verzet en val de berg weer aan alsof ik de 42 moet rondmalen. Gelukkig kan ik nog terugschakelen. Is hard nodig. Uit de achtergrond komt Roel opzetten. Op het steilste stuk schuift hij mij voorbij. Ik bijt op mijn tanden om het gat niet te groot te laten worden. In het bos wordt het wat minder steil en kan ik een tandje bijschakelen. Ik zie in de verte dat Roel dat ook doet. Toch weet ik het gaatje te dichten. 100 meter voor de streep heb ik hem te pakken. Een ouderwets voorbeeld van d’r op en d’r over. Ik hoor Roel vloeken. Heerlijk. De eerste bergpunten zijn binnen. Ik voel me goed.

In Stavelot moeten we ons over kasseien en door fietstoeristen heenworstelen. Dat lukt en we bereiken gegroepeerd de voet van de Côte d’Amermont. Een volgende mijlpaal, want het grootste stijgingspercentage van de toer. 21% (!). Een echte krachtklim. Vorig jaar had ik hier als grote voordeel dat ik de berg niet kende, nu zag ik er als een berg tegenop. Maar mijn nieuwe klimverzet bracht uitkomst. Wat een verschil! Nog steeds beulen, maar rond te krijgen. Nog voor klimgeit Raoul bereik ik het hoogste punt. Wat een macht. Weer iets dichter bij realisering van de doelstellingen.

Dan de langste klim van de dag: de Rosier, maximaal stijgingspercentage 9%. Vijf kilometer lang klimmen. Volgens Gert is Roel hier de te kloppen man. Dat denk ik ook. Hij is nog altijd ongeslagen op deze berg. Hier beleefde ik vorig jaar mijn diepste inzinking. Ik besluit rustig te gaan klimmen. Een tempo van 12 km/u is prima te volgen en ik kan een paar kilometer bij Roel in het wiel blijven. Op het moment dat hij het tempo opschroeft lijkt het me verstandiger niet mee te gaan. We moeten volgens mijn teller nog anderhalve kilometer omhoog. Na 500 meter zie ik Roel echter al staan. Een grijns, de klim is een kilometer korter dan gedacht. De Romeinen, volgens Gert. Volgens mij een klassiek geval van ‘in het pak gestoken zijn’, ‘de bietenbrug op’. Volgende keer weer zelf het routeboek lezen.

We rijden door naar La Vecquée, Gert’s zelfgeproclameerde domein. Hij nestelt zich brutaal op kop. De groep wordt allengs kleiner. Alleen Roel, ikzelf en een tanige veteraan kunnen hem volgen. Zenuwachtig gepraat in de groep. Schichtige blikken. Roel besluit te pokeren en moedigt Gert aan te demarreren. Gert is oppermachtig en gaat van kop af. Niemand volgt. Vlak onder de top, als Gert al uit het zicht is verdwenen, plaatst Roel nog een kleine demarrage om de kruimels veilig te stellen. De bolletjestrui ligt op de top van La Redoute..

Voordat we daar heen rijden is er echter nog tijd voor een kop tomatensoep bij de op een na laatste controlepost in La Reid. Gert besluit het lot niet te tarten en past. De spanning neemt toe. De vermoeidheid trouwens ook. Na 207 km bereiken we Remouchamps en de voet van La Redoute. De scherprechter van vorig jaar, om allerlei redenen ook dit jaar het moment van de waarheid. Gedrieën rijden we de eerste meters door het dorp, onder het viaduct door, rechtsaf richting de muur.. De verf van de fans van Phil Anderson blijkt van goede kwaliteit, zoveel jaar na afloop van diens carrière. Voor ons geen leuzen, we staan er alleen voor. Gert zet de aanval in. Heeft oog voor de koeien op links en komt uit het zadel. Roel klampt aan en gaat er over heen. Op het eerste steile stuk staat Gert geparkeerd, ik vrees voor hem en haal in. Roel rijdt niet al te ver voor me. In de bocht naar rechts heb ik Roel bijgehaald, het 20% gedeelte komt er aan. Ik voel de 209 al afgelegde kilometers. Ik denk aan vorig jaar toen ik dit stuk te voet heb afgelegd. Ik fiets. Roel rijdt nog steeds vlak voor me. In het laatste stuk denk ik vooral aan fietsen. Toeschouwers moedigen aan. Ik zie de streep. Trek er nog een keer hard aan. Ik ben er! Met Roel, die uiteindelijk maar vier meter voor me over de streep gaat, rijd ik links een weiland in. Tussen opgedroogde vlaaien storten we neer. Meteen achter ons komt Gert over de streep. Fietsend. We hebben het gehaald!

De 30 km naar Luik zijn een eitje. Alle doelstellingen zijn gerealiseerd. Wederom uitgefietst. Met de nadruk op fietsen. Zelfs La Redoute kan mij niet meer klein krijgen. Ik ben zelfs een paar keer als eerste op de top aangekomen. Makkelijk, zullen de critici zeggen, jullie waren maar met z’n drieën. Makkelijk zeg ik terug: de thuisblijvers hebben ongelijk en geen recht van spreken. Volgend jaar moeten ze echter wel weer mee, de Alpenbedwingers en mooi-weer-fietsers. Er moeten immers weer nieuwe doelen worden gesteld…

Geen opmerkingen: